Casper zit in het tweede leerjaar en voelt zich helemaal in zijn nopjes. Vorig jaar leerde hij lezen. Hij doet niks liever dan neuzen in boeken. Ook andere talen zijn geen probleem voor Casper. Hij kan zich al voorstellen in het Frans en het Engels. 
Hij is ook steeds de eerste om een zeer uitgebreide uitleg te geven wanneer de juf hierom vraagt.

Mensen die denken in woorden en begrippen. Het gaat om de capaciteit om taal te gebruiken om je uit te drukken en om anderen te begrijpen en te overtuigen. Zij zijn dan ook in staat om iets te begrijpen dat alleen in woorden wordt overgebracht. Uit observatie is gebleken dat men taalknappe mensen vaak kan herkennen daar men:

      • houdt van lezen,
      • houdt van schrijven,
      • houdt van veel praten,
      • houdt van beeldend vertellen,
      • houdt van luisteren,
      • houdt van grapjes,
      • houdt van verhaaltjes,
      • houdt van gedichtjes schrijven,
      • wordt aangetrokken door woorden, gesproken en geschreven taal.

Betekenis voor het onderwijs

Matchen

Leerlingen die sterk zijn in deze intelligentie leren het beste door te luisteren naar verbale uitleg en te lezen (te schrijven en te discussie
̈ren). Ze profiteren van de luisterfragmenten in de luisterhoek in de klas. (Kagan & Kagan, 2000)

Stretchen

De ontwikkeling van de verbaal-linguïstische intelligentie wordt ontwikkeld als leerlingen:

  • dicteren (met behulp van een recorder)
  • werkbladen maken
  • spreekbeurten houden/uitleggen van informatie
  • vrij schrijven
  • informatie aanhoren
  • leren in de context van een verhaal
  • in grote lijnen aangeven waar het verhaal over ging
  • teruglezen van wat ze geschreven hebben
  • verhalen hervertellen

Vieren

Wanneer leerlingen 'taalknap' zijn, wordt dat gewaardeerd door positieve reacties van klasgenoten, door zelfwaardering na gesproken en geschreven presentaties. (Kagan & Kagan, 2000)