Noor kijkt altijd uit naar de rekenles. Ze vindt het heerlijk om vraagstukken op te lossen. Ook buiten de les is ze steeds bezig met het zoeken naar verbanden. Als ze even tijd heeft is ze steeds bezig met het tekenen van grondplannen: voor een poppenhuis, voor de nieuwe tuin in de school,…

Mensen die denken in systemen, graag redeneren en analyseren. Ze hebben het vermogen om logische verbanden en onderliggende principes te begrijpen en om makkelijk met (abstracte) getallen en hoeveelheden te werken. Mensen bij wie dit gebied goed is ontwikkeld, denken beredenerend en zijn vaak kritisch. Uit observatie is gebleken dat men rekenknappe mensen vaak kan herkennen daar men:

      • houdt van rekenen,
      • houdt van geschiedenisfeiten (jaartallen),
      • houdt van topografie,
      • houdt van redeneren, puzzelen, experimenteren,
      • houdt van lego ed, constructiematerialen,
      • wil weten hoe iets werkt,
      • ‘zwart-wit’ redeneringen hanteert,
      • kritisch denkt,
      • wordt aangetrokken tot cijfers,patronen en probleemoplossing.

Betekenis voor het onderwijs

 

Matchen

Leerlingen die sterk zijn in deze intelligentie leren het beste met behulp van vraagstukken en door ze te laten analyseren. Ze halen voordeel uit het stellen van vragen, het experimenteren en het analyseren van resultaten in een poging problemen op te lossen en de realiteit te begrijpen. (Kagan & Kagan, 2000, p. 4-13)

Stretchen

De ontwikkeling van de logisch-mathematische intelligentie wordt ontwikkeld als leerlingen:

  • vraagstukken oplossen 
  • experimenten uitvoeren 
  • algoritmen leren/ ontwikkelen 
  • voorspellingen doen 
  • verbanden ontdekken 
  • berekenen 
  • gegevens verzamelen over hoe vaak letters en woorden voorkomen 
  • nummers gebruiken om gegevens te onthouden 
  • een bepaald patroon volgen 
  • stap voor stap leren
  • ordenen 
  • vergelijken 
  • tellen
  • classificeren van voorwerpen

Vieren

Leerlingen vieren hun 'rekenknap' zijn, wanneer ze hun onderling verschillende benaderingen bij het oplossen van vraagstukken van hun eigen vooruitgang bij wiskunde en zaakvakken uitwisselen en het goede zijn elkaars benadering. (Kagan&Kagan,2000)