Een sonnet is een heel oude dichtvorm waarbij je 4 verzen hebt in 14 regels.

De eerste 2 verzen hebben elk 4 regels.

De laatste 2 verzen hebben elk 3 regels.

Er wordt gebruik gemaakt van een vast rijmschema:

ABBA

CDDC

EFE

FEF

 

Voorbeelden:

 

Ach kon ik je maar vertellen

hoeveel ik van je hou

hoeveel ik droom van jou

en aan je denk met duizend hersencellen.

 

Ik vind de woorden niet

die precies beschrijven

welke kriebels in me drijven

als een prachtig liefdeslied.

 

Dus zing ik stilletjes in mijn hoofd

de klanken die geen woorden zijn

de letters weggeroofd.

 

Een melodie vol zonneschijn

waarbij ik hoop dat jij gelooft

in de glimlach bij ons samenzijn.

 

------

 

 

Als ik Engeland beschrijven wil

in een Shakespeare-achtig sonnet

dan wordt het in mijn hoofd zo stil

en bruist in mij een kleurenpalet

van rode dubbeldekkers

groene heuvels, witte rotsen,

jellybeans en glanzende crackers

of heel stoere strijdknotsen

uit de tijd van koning Arthur

aan de ronde tafel met zijn ridders

en zijn zwaard Excalibur,

inspiratie voor veel schilders.

Al zou je mij vandaag met al je kracht vermoorden,

Engeland beschrijven, lukt me niet met woorden.